Een ijsje eten is nu doodgewoon maar wist je dat ijs eeuwenlang een lekkernij was die alleen de allerrijksten zich konden veroorloven? Zo zou Alexander de Grote, die leefde tussen 356 en 323 voor Christus, tijdens zijn veroveringen slaven de bergen in hebben gestuurd om ijs te halen. Dit gebruikte hij om zijn drankjes te koelen. De Romeinse keizer Nero liet ongeveer 50 jaar na Christus zijn bedienden naar de bergen gaan om verse sneeuw te halen. Tijdens banketten werd de sneeuw met honing of fruit geserveerd als lekkernij. De Chinezen zouden rond 700 een mengeling van melk, bloem en kamfer in een metalen buis in sneeuw hebben gekoeld, om zo een ijsje te maken.
Na de Romeinse tijd is er geen historisch bewijs dat Europeanen ijs aten. De herintroductie kwam na de reizen van Marco Polo in de 13e eeuw, die vanuit Perzië de ‘sherbet’ meebracht naar Italië. Dit was een bevroren drankje met fruitsmaak. Catharina de ‘Medici bracht het ijs waarschijnlijk vanuit Italië mee toen zij in 1533 trouwde met de Franse koning Henry II. Hierna verspreidde het ijs zich door de rest van Europa. De Engelse koning Charles I zou zelfs zo graag ijs hebben gegeten, dat hij speciaal iemand in dienst had om het te maken.
Gelukkig kunnen we tegenwoordig allemaal een ijsje eten. Laten we samen proberen een nieuw record te halen; in 2024 gingen er 150 bollen doorheen! Wordt een makkie!
Doelgroep | Wie houdt er niet van ijs? |
Locatie(s) | Stadhuis begane grond |